Inleiding
De Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Commissie Don) heeft in 2009 signaleringsgrenzen voorgesteld voor financiële kengetallen in het onderwijs. Deze rapportage is een geschikte plek om een toelichting te geven op de kengetallen van Surplus in relatie tot de landelijke signaleringsgrenzen. Belangrijk in het denken van de Commissie Don is dat het geld dat is bestemd voor het onderwijs optimaal moet worden ingezet. Dit onderkent Surplus ook, maar we houden wel rekening met het feit dat er middelen moeten worden aangehouden voor de continuïteit van de bedrijfsvoering. Zo moeten de rekeningen tijdig worden betaald en moeten er investeringen worden gepleegd. Niet al het kapitaal staat in liquide vorm op de bank. Een deel is geïnvesteerd in materialen zoals meubilair en digiborden. Dit is verwerkt in een nadere onderbouwing van onze financiële ruimte die hieronder is te vinden.   

Kapitaal versus financiële ruimte                     
Het kapitaal dat we binnen Surplus aanhouden is er om aan drie behoeften te voldoen. Ten eerste de behoefte aan investeringen in vaste activa, zoals computers en meubilair (financieringsliquiditeit). Ten tweede om te zorgen dat we onze rekeningen vlot kunnen betalen (transactieliquiditeit) en tenslotte ter dekking van financiële tegenvallers (bufferliquiditeit).         

Hieronder is een overzicht gegeven van het toetsingskader dat de Inspectie van het Onderwijs hanteert ter bepaling van de signaleringsgrenzen. Hierin staan de kengetallen van Surplus van voorgaande jaren, en van 2015. De kengetallen hebben betrekking op de geconsolideerde cijfers over het boekjaar 2015. Een kengetal blijft een momentopname per balansdatum en heeft daardoor zijn beperkingen.                        

Het totaal van het eigen vermogen is per 31 december 2015 € 6.760.581. Het eigen vermogen is in het boekjaar met € 395.000 afgenomen. Deze afname is  verklaarbaar doordat het behaalde resultaat van € 483.000 over 2015 is toegevoegd aan het eigen vermogen en een bedrag van € 832.000 is overgedragen aan Stichting VierTaal.

OVERZICHT FINANCIËLE KENGETALLEN PER BALANSDATUM 31 DECEMBER

Signalering

2015

2014

2013

2012

2011

2010

Solvabiliteit 1

< 30%

54%

57%

58%

56%

51%

58%

Solvabiliteit 2

< 30%

73%

76%

76%

73%

65%

73%

Liquiditeit (current ratio)

0,5 - 1,5

2,7

2,8

2,9

2,6

2

2,5

Rentabiliteit

0%

1,7%

-1,0%

1,6%

0,8%

-2,8%

-1,7%

Weerstandvermogen

5 - 20%

13%

10%

12%

11%

9%

11%

Kapitalisatiefactor *

38%

42%

39%

39%

37%

38%

37%

Werkkapitaal (x € 1.000)

> 2.500

5.816

5.378

5.899

5.363

4.415

5.429

Solvabiliteit 1

De formule voor deze ratio luidt: eigen vermogen : totale vermogen

Solvabiliteit 2

De formule voor deze ratio luidt: (eigen vermogen+voorzieningen) : totale vermogen

Liquiditeit (current ratio)

De formule voor deze ratio luidt: vlottende activa : kortlopende schulden

Rentabiliteit

De formule voor deze ratio luidt: netto resultaat : totale baten (inclusief financiële baten)

Weerstandvermogen

De formule voor deze ratio luidt: (eigen vermogen - vaste activa) : rijksbijdrage OCW

Kapitalisatiefactor

De formule voor deze ratio luidt: (balanstotaal-MVA geb.) : totale baten (incl. financiële baten)

Werkkapitaal

De formule voor deze ratio luidt: vlottende activa - kortlopende schulden

* Om de vermogenspositie van een instelling te beoordelen heeft de Commissie Don signaleringsgrenzen vastgesteld voor de kapitalisatiefactor. Grote schoolbesturen (omzet > 8 mln) in het primair onderwijs mogen een kapitalisatiefactor van maximaal 35 hebben en kleine schoolbesturen (< 5 mln) maximaal 60.

BENCHMARK KENGETALLEN PER BALANSDATUM

JAAR

2013

2014

2013

2014

2013

2014

BEVOEGD GEZAG NUMMER

41438

41438

55238

55238

79874

79874

GROEPERING DUO

PO6

PO6

PO5

PO5

PO6

PO6

BEVOEGD GEZAG NAAM

Surplus

Surplus

Sarkon

Sarkon

Kopwerk

Kopwerk

SOLVABILITEIT 1

58%

57%

66%

69%

56%

54%

SOLVABILITEIT 2

77%

76%

74%

78%

68%

67%

LIQUIDITEIT (CURRENT RATIO)

3

2,79

2,54

2,79

1,53

1,54

RENTABILITEIT %

2,1

-1

3,5

-0,7

-2,2

-1

WEERSTANDSVERMOGEN (-/- MVA)

12,1

10,6

15,7

14,7

11,3

12,6

KAPITALISATIEFACTOR

38,71

39,17

46,08

44,73

39,81

42,05

bron: https://www.cfi.nl/open_onderwijsdata/databestanden/po/Financien/po_jaarrekening/kengetallen.jsp

Hieruit blijkt dat Surplus wat liquiditeit betreft een beter uitgangspunt heeft dan de andere twee besturen. De solvabiliteit van Sarkon, alsmede het weerstandsvermogen en de kapitalisatiefactor zijn flink hoger dan Surplus en Kopwerk. Het weerstandsvermogen en de kapitalisatiefactor van Surplus en Kopwerk zijn redelijk vergelijkbaar. Uiteraard hebben we nog niet de beschikking over een vergelijk voor het jaar 2015.

Opbouw van de kapitalisatiefactor

Norm

2015

2014

2013

2012

2011

2010

Transactiefunctie

8,8%

11,9%

10,1%

10,0%

10,3%

14,0%

10,6%

Financieringsfunctie

21,2%

15,1%

17,3%

16,2%

14,4%

13,3%

12,0%

Financiële buffer

5,0%

15,0%

11,7%

13,0%

11,9%

10,4%

14,6%

Berekening financieringsbehoefte (financieringsfunctie)

2015

2014

Financieringsbehoefte als % van de vervangingswaarde (cie Don)

55%

55%

cumulatieve aanschafwaarde MVA

8.622.279

10.457.333

cumulatieve aanschafwaarde gebouwen

961.753

1.000.349

Boekwaarde overige materiële vaste activa

2.601.289

3.334.427

Totale baten

27.970.836

30.113.703

Financieringsbehoefte (als bedrag)

4.213.289

5.201.341

Financiële buffer

Als laatste dienen er middelen te worden aanhouden voor het opvangen van onvoorziene risico's,

bijvoorbeeld:

- fluctuaties in leerlingaantallen;

- financiele gevolgen van arbeidsconflicten;

- instabiliteit in de bekostiging;

- onvolledige indexatie van de bekostiging.

AANWEZIG KAPITAAL VERSUS BENODIGD KAPITAAL

Aanwezig kapitaal

2015

2014

totaal vermogen

12.413.105

12.493.252

-/- gebouwen

658.517

740.971

Totaal aanwezig kapitaal

11.754.588

11.752.281

Benodigd kapitaal

kapitaal voor instandhouding materiële vaste activa

5.692.065

6.128.139

kapitaal voor het doen van reguliere transacties (transactiefunctie)

3.337.708

3.039.595

kapitaal voor het opvangen van tegenvallers in de exploitatie (bufferfunctie)

2.097.813

2.258.528

Totaal benodigd kapitaal

11.127.586

11.426.262

Verschil aanwezig kapitaal - benodigd kapitaal (financiële ruimte)

627.002

326.020

* De commissie Don stelt signaleringsgrenzen voor liggend tussen de 10% van de totale baten voor kleine schoolbesturen (Totale Baten € 8.000.000). De Commissie adviseert om het bufferkapitaal te toetsen aan een organisatiespecifieke risico-analyse. Hier is gerekend met een gemiddelde op basis van het uitgangspunt Commissie Don (7,5%). Dit past bij het percentage dat we al jaren in onze financiële kaders hebben opgenomen.

De kengetallen zijn opgesteld op basis van de door de Commissie Don voorgeschreven ratio's en signaleringsgrenzen. Surplus hanteert deze grenzen als toetssteen voor haar financieel beleid. Met betrekking tot de financiële kengetallen voldoet Surplus aan de minimum eisen. Ook heeft Surplus bij enkele kengetallen een hogere uitkomst dan de signaleringsgrens. Surplus bekijkt regelmatig de mogelijkheden om de financiële middelen doelmatig in te zetten voor het onderwijs.   

Benutting financiële ruimte                     
In het strategisch beleidsplan van Surplus staan zeven speerpunten. Deze zijn eerder in dit rapport toegelicht. Ieder voorjaar werken scholen, staf en het bestuur deze speerpunten verder uit en vertalen ze financieel. Vanuit onze financiële ruimte proberen we extra investeringen te doen in de kwaliteit van het onderwijs en in onze medewerkers. De komende jaren zullen we naast de zogeheten 'Akkoordgelden' ook een deel van onze financiële ruimte gebruiken. Dat blijkt wel uit de meerjarenbegroting die verderop is te vinden. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met het vertrek van het (v)so uit Surplus, en het samenvoegen van enkele (te) kleine scholen.            
Beleid omtrent de algemene (=vrij besteedbare) reserve         
De algemene reserves dienen als buffer om onvoorziene financiële tegenvallers en risico's te dekken. Zij worden gevormd vanuit positieve exploitatieresultaten. Reserves kunnen - tijdelijk - worden ingezet ter dekking van de reguliere exploitatiekosten, mits we binnen de financiële kaders blijven. De hoogte van de algemene reserve toetsen we aan ons risicoprofiel dat we op basis van een risicoanalyse maken. Het bedrag van de algemene reserve bedraagt ultimo 2015 €  6.760.581.           .                           
Planning en control                     
Surplus kent een gebruikelijke PDCA-cyclus, waarbij het meerjaren strategisch beleidsplan leidend is. Jaarlijks werken we het meerjarenbeleidsplan bij en vertalen we dit vanuit het stichtingsbrede format naar een schoolspecifiek format. Onze zeven speerpunten zijn daarbij de pijlers. De begroting wordt van `onderaf` gemaakt - dus vanuit de scholen - en integraal voorgelegd aan alle geledingen.                  
Ieder kwartaal maken we een integrale rapportage met daarin de stand van zaken van onze organisatie op de realisatie van de zeven speerpunten en op de gebieden onderwijs, personeel, financiën, huisvesting en communicatie. Onze scholen ontvangen cockpitrapportages over hun financiën en formatie. De rapportages worden periodiek besproken met de bestuurder, de Raad van Toezicht, de staf en de schooldirecteuren. Jaarlijks maken we een jaarrapport, dat door de accountant wordt gecontroleerd. We bespreken onze - financiële - positie met onze stakeholders.                        
De belangrijkste processen en de verantwoordelijke functies zijn beschreven in het Handboek Administratieve Organisatie Surplus. Dit handboek is recentelijk aangepast aan de personele processen en de flow van facturen. In 2012 hebben we een keuze gemaakt om AFAS HRM in te voeren. In 2013 hebben we de personeelsdossiers gedigitaliseerd en zijn de werkprocessen opnieuw ontworpen en in workflows omgezet. Vanaf het najaar 2014 werken we met deze digitale workflows.  Zo hebben we sneller en gemakkelijker toegang hebben tot onze informatie en de processen stroomlijnen. Voor 2016 gaan we, samen met ons administratiekantoor, opnieuw   kijken naar onze workflows en gaan we over op een digitaal rapportagesysteem.

Conclusie                     
We zien een stijging van onze vrije ruimte, vooral door een afname van het kapitaal dat nodig is voor de investeringen. Dit is grotendeels te herleiden naar de omvang van de organisatie die in 2015 door o.a. het vertrek van de (v)so scholen kleiner is geworden. Uit deze kengetallen kan worden geconcludeerd dat Surplus per balansdatum voldoende financiële slagkracht heeft om eventuele toekomstige risico's op te vangen. Het beleid van Surplus is erop gericht om onderbenutting van kapitaal te voorkomen. Dit doen we door onze middelen beleidsmatig in te zetten en goed de risico's in ogenschouw te nemen.   

GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31-12-2015 EN 31-12-2014 (na resultaatbestemming)

31-12-2015

31-12-2014

Verschil

x 1.000 EUR

x 1.000 EUR

x 1.000 EUR

1

Activa

Vaste activa

1.2

Materiële vaste activa

3.260

4.075

-815

Totaal vaste activa

3.260

4.075

-815

Vlottende activa

1.5

Vorderingen

2.014

1.917

97

1.7

Liquide middelen

7.140

6.501

639

Toaal vlottende activa

9.154

8.418

736

Totaal activa

12.414

12.493

-79

2

Passiva

2.1

Eigen vermogen

6.761

7.110

-349

2.3

Voorzieningen

2.315

2.344

-29

2.4

Kortlopende schulden

3.338

3.039

299

Totaal passiva

12.414

12.493

-79

GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2015 EN VERGELIJKENDE CIJFERS 2014

Realisatie

Begroting

Realisatie

2015 % Baten

2015 % Baten

2014 % Baten

x 1.000 EUR

x 1.000 EUR

x 1.000 EUR

3

Baten

3.1

Rijksbijdragen

26.961

96,6%

26.290

99,1%

28.921

96,4%

3.2

Overige overheidsbijdragen

en -subsidies

246

0,9%

123

0,5%

590

2,0%

3.5

Overige baten

707

2,5%

127

0,5%

505

1,7%

Totaal baten

27.914

100,0%

26.540

100,0%

30.016

100,0%

4

Lasten

4.1

Personeelslasten

22.423

80,3%

21.751

82,0%

25.328

84,4%

4.2

Afschrijvingen

748

2,7%

750

2,8%

792

2,6%

4.3

Huisvestingslasten

2.241

8,0%

2.178

8,2%

1.918

6,4%

4.4

Overige lasten

2.071

7,4%

2.057

7,8%

2.366

7,9%

Totaal lasten

27.483

98,5%

26.736

100,7%

30.404

101,3%

Saldo baten en lasten

431

1,5%

-196

-0,7%

-388

-1,3%

5

Financiële baten en lasten

Resultaat

52

0,2%

32

0,1%

92

0,3%

Totaal resultaat

483

1,7%

-164

-0,6%

-296

-1,0%

Analyse van de balans

Rubriek 1.2
De activa zijn behoorlijk in omvang gedaald. Naast het feit dat we in 2015 minder geïnvesteerd hebben dan we aan afschrijvingslasten hadden, speelt ook het vertrek van de (v)so-scholen en het sluiten van een aantal scholen hierin mee. We zien ook een verschuiving van investeringen van ICT naar huurvormen. Ook dit heeft invloed op de omvang van onze activa. De investeringen in leermiddelen zijn vergelijkbaar met andere jaren, maar ten opzichte van de begroting fors minder.

Investeringen

Werkelijk

Begroot

Verschil

%

2014

Verschil

1.2.1 Bedrijfsgebouwen en terreinen

- Schooltuinen

29.213

60.000

-30.787

-51%

146.464

-117.251

29.213

60.000

-30.787

-51%

146.464

-117.251

1.2.2 Inventaris en apparatuur

- meubilair

82.549

144.500

-61.951

-43%

185.122

-102.573

- inventaris en apparatuur

123.965

139.800

-15.835

-11%

297.486

-173.521

- ICT

132.475

62.900

69.575

111%

319.733

-187.258

- OLP

108.524

237.550

-129.026

-54%

111.650

-3.126

447.513

584.750

-137.237

-23%

913.991

-466.478

1.2.3 Overige

-

-

-

-

0%

-

-

-

-

-

-

-

Totaal

476.726

644.750

-168.024

-26%

1.060.455

-583.729

Rubriek 1.5. Vorderingen   
De vorderingen zijn iets gestegen doordat we nog wat open hebben staan in het kader van bouwprojecten en door een toename van de borg die we betalen voor het gebruik van tablets (Snappet).   

Rubriek 1.7. Liquide middelen   
De liquide middelen zijn per ultimo 2015 per saldo toegenomen. Voor de verklaring hiervan verwijzen we naar het kasstroomoverzicht.   

Rubriek 2.1. Eigen vermogen   
Het eigen vermogen is, ondanks het positieve resultaat, afgenomen. De reden hiervoor is de overdracht van reserves van de (v)so-scholen aan VierTaal. Er is ruim € 830.000,- overgedragen zodat deze scholen een goede start hebben bij de nieuwe organisatie.

Rubriek 2.3. Voorzieningen   
De voorzieningen zijn in omvang afgenomen. De WW-voorziening hebben we met bijna € 95.000 opgehoogd. Er zijn meer mensen de WW ingestroomd en we kregen minder uitkeringen vergoed van het Participatiefonds.Wegens het vertrek van de (v)so-scholen, sluiting van scholen en het overdragen van het beheer van schoolgebouwen aan de Woningstichting Den Helder, is de onderhoudsvoorziening lager geworden.  

Rubriek 2.4. Kortlopende schulden   
De kortlopende schulden zijn toegenomen. De reden hiervoor is dat we zekerheidshalve een bedrag apart hebben gezet voor het aanvullen van het kapitaal van Stichting Beheer Brede Scholen. Daarnaast hebben we een hoger saldo aan crediteuren per balansdatum en moeten we nog een vergoeding betalen voor het terughalen van belastinggelden uit voorgaande jaren.