Treasurybeleid en doelstelling
Het primaire doel van Stichting Surplus is het verzorgen van onderwijs, een en ander vastgelegd in de statuten van de stichting. Als gevolg hiervan is het financieren en beleggen ondergeschikt en dienend aan het primaire doel. Het algehele doel van de treasuryfunctie bij Stichting Surplus is dat deze de financiële continuïteit van de organisatie waarborgt. Dit wordt in de volgende doelen en voorwaarden gesplitst:

  • liquiditeit op korte en lange termijn;
  • liquideerbare en risicomijdende beleggingen;
  • kosteneffectief betalingsverkeer;
  • beheersing van renterisico’s;
  • het waar nodig op verantwoorde wijze aantrekken van aanvullende financiële middelen.

Plaats binnen de organisatie
Het treasurystatuut wordt vastgesteld door de bestuurder en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. De treasurycommissie bestaat uit de bestuurder en de controller. De uitvoering van de treasuryfunctie wordt opgedragen aan de controller van Surplus. De bestuurder is verantwoordelijk voor de totale uitvoering van het treasurybeleid.

Uitvoering Treasury
De treasuryfunctie is ondergebracht bij de controller van Surplus (hierna: treasurer). De treasurycommissie bestaat uit de treasurer en de bestuurder. Zij vergaderen minimaal twee keer per jaar. Tijdens de vergadering worden in ieder geval de (eventuele) wijzigingen in de meerjarenontwikkeling en de marktomstandigheden besproken. Een liquiditeitsprognose is altijd opgenomen in de begroting.
In elk geval bij het opstellen van het jaarplan en de begroting zal de treasurycommissie beoordelen in welke mate bij de financieringsbehoefte sprake zal zijn van jaarlijks terugkerende, en dus structurele, elementen die van invloed kunnen zijn op de afweging tussen korte en lange termijnfinanciering c.q. beleggingsmogelijkheden.

Financiële instrumenten en prijs-, krediet-, liquiditeits- en kasstroomrisico's
Rente-instrumenten kunnen binnen Surplus worden toegepast wanneer de beheersing van renterisico’s dit aanbevelenswaardig maakt. De instrumenten zijn onderverdeeld in geldmarkt- en kapitaalmarktinstrumenten. Onder geldmarktinstrumenten worden producten met een looptijd korter dan één jaar bedoeld, bij kapitaalmarktinstrumenten langer dan één jaar.  Het gebruik van rente-instrumenten is toegestaan na een besluit van de bestuurder middels het treasuryplan.

De inkomsten zijn grotendeels afhankelijk van het leerlingaantal en de bekostiging, zoals deze door het Ministerie van Onderwijs wordt vastgesteld. Door tijdig te sturen op wijzigingen in het aantal leerlingen en wijziging in de bekostigingsvariabelen, worden prijsrisico's beheerst. Surplus maakt geen gebruik van kredieten. De kasstroomrisico's worden beheerst door gebruik te maken van meerjarenplanningen en liquiditeitsplanningen.  Op basis van dit beleid schat Surplus in dat de prijs-krediet en kasstroomrisico beperkt zijn en worden beheerst.

Treasury 2015
De rente op de (middel)lange termijn is nog steeds erg laag en het is nadelig om de rente voor een langere periode vast te leggen. Daarom hebben we het bestaande beleid niet gewijzigd en is zo veel mogelijk gebruik gemaakt van bedrijfsspaarrekeningen om gelden te beleggen. Onze huisbankiers hebben aangegeven dat er op de lopende rekening courant minder rente wordt vergoed. Hierdoor hebben we gezocht naar alternatieve spaarrekeningen.
Om kosten te besparen kunnen scholen niet meer zelf facturen betalen, hetgeen nog wel af en toe gebeurde. We maken meer en meer gebruik van digitale (verzamelfacturen).
 
In het voorjaar van 2016 wordt het treasurystatuut  geëvalueerd en waar nodig aangepast. De rente blijft erg laag, wat terug te zien is in het renteresultaat. De komende jaren wordt deze naar verwachting nog lager door een lagere Rijksbekostiging na het vertrek van onze (v)so-scholen.

5 Financiële baten en lasten

2015

Begroting 2015

2014

EUR

EUR

EUR

5.1

Rentebaten

56.683

32.000

97.860

5.5

Rentelasten

4.990

-

5.595

Totaal financiële baten en lasten

51.693

32.000

92.265

Het renteresultaat in 2015 is met € 51.693,- fors lager dan in  2014 (€ 92.265). De reden hiervoor is de verlaagde rente uiteraard, maar ook een vermindering van de totale liquiditeit door het vertrek en het sluiten van een aantal scholen. Wel hebben we hogere baten dan begroot, omdat we aan de voorzichtige kant zaten met onze begroting.